Boodschap voor Holland vanuit Papua

Jayapura, (West Papua) dinsdag 15 mei 2018

Geliefde broeders en zusters in onze Heere Jezus, de Messias! Vanuit een warm Jayapura een kort maar belangrijk bericht voor de gemeenten in Holland.


Momenteel breng ik drie weken in Papua door, waarvan acht dagen om zijn, twee gevuld met reizen, en drie dagen conferentie van de Sionkidsmovement met aansluitend de lange mars voor Israël op maandag 14 mei. Het is ongekend en een groot wonder van God wat hier gebeurt. De Sionkidsmovement ontstond twaalf jaar geleden, in 2006. Het begon met een kleine groep kinderen, waarop letterlijk de wolk van Gods heerlijkheid neerdaalde! En dan nu te zien, hoe zo’n drieduizend Papua’s bijeen waren uit alle delen van Papua-Indonesië en zelfs enkelen uit Papua-Nieuw Guinea (het Australische deel van Papua) en uit bepaalde eilanden van Indonesië. De toewijding aan gebed, en aanbidding, aan het Woord en aan de Heere Jezus als de komende Koning van Israël zijn verbazingwekkend. Onvermoeibaar klinkt de herhaalde proclamatie dat Jeruzalem de plaats zal zijn waarheen alle (overgebleven) volken zullen optrekken, wanneer Jezus Israël heeft hersteld tot Zijn koninkrijk. De kracht waarmee dit verkondigd wordt, niet alleen door br. Martin Su, maar door al de leiders, sprekers en de ‘Sionkidsactivists’ is bijzonder. Als mij één ding opnieuw is duidelijk geworden, is het dat wij moeten ophouden ‘aan Israël te doen’. Staan voor en achter Israël betekent meer dan een of andere Israëlorganisatie steunen. De gemeenten die hier staan voor Israël, verwachten als één geheel, mannen, vrouwen, jongeren, kinderen het herstel van Israël, tot zegen van alle volken. Hun enthousiasme is zeer aanstekelijk. Gisteren werd na de mars voor Israël urenlang niet alleen tussen door Gods Woord telkens doorgegeven, maar vooral ook God geprezen, en gedanst. Soms per stam, soms met alle stammen te samen. Wat een vreugde, rond te dansen op het grote grasveld. Als wij in Nederland niet leren, een beetje meer op koning David te lijken, zoals hij in vreugde danste met het volk Israël bij het opvoeren van de ark naar Jeruzalem, missen wij iets fundamenteels. Het was geen ‘evenement’. Het was niet een ‘optreden’. Het was feest! En als Gods glorie en vreugde baan breken, dan kent tijd geen grenzen. Onze agenda en ons gebrek aan toewijding is een van de eerste blokkades voor een opwekking in Nederland. Maar wij hebben de obstakels op de weg van Gods volk zelf opgeworpen, we dienen ze zelf op te ruimen. (Jesaja 57:14) Mijn verlangen is dan ook, dat God mij in deze tijd hier in Papua meer en meer onderwijst. Wij hebben dagelijks training en opvoeding nodig. ‘Ik sterf alle dagen’, zei Paulus (1 Kor. 15:31). Zijn wij bereid, alles op zij te zetten voor Jezus en Zijn komende koninkrijk? Kerken (Rom. 11:17-22) en volken (Jes. 60:12) zullen afgesneden worden in één ogenblik wanneer het koninkrijk komt, wanneer zij Jezus niet belijden als de Koning van Israël Die Zijn majesteit en heerlijkheid van Jeruzalem uit naar alle delen van de wereld zal openbaren. Wat hebben we te zoeken in een koninkrijk, waarvan we de Koning Zijn rechten op Israël als volk ontzegd hebben? Hoe kunnen we binnengaan in een koninkrijk van de Messias waar wij niet naar uitzien, laat staan het verkondigen? Hoe kunnen wij de berg Sion bestijgen, wanneer onze vinger wijst naar die ander? Wanneer onze handen onrein en onze harte onzuiver zijn? Hebben wij ons leven in orde gemaakt met God en onze naaste? Hebben wij onze zonden beleden aan de voet van het Golgotha…..èn afgelegd? Hoe denken wij ooit het koninkrijk binnen te gaan, zolang wij wat God een gruwel noemt witwassen?


Als wij de Schriften serieus nemen, kunnen wij maar tot één conclusie komen: God haat echtscheiding, overspel, leugen, schijnheiligheid, afgoderij, trots, hoogmoed, roddel, homoseksuele leefwijze, het doden van het ongeboren leven, onenigheid, stoken in een goed huwelijk, ook het stoken in de relatie tussen God en Israël! Zeker, wij hebben een geweldige boodschap. In 1 Korinthe 6 de verzen 9 tot 11 kunnen wij lezen dat het niet nodig is, één dag langer in welke zonde ook voort te zwabberen. Jezus’ Bloed en de Heilige Geest zijn in staat van welke bovengenoemde zonden ook (en van meer!) ons schoon te wassen. Niet ons vergoelijken van de zonde, maar Zijn Bloed alleen wast ons wit van de zonden! Van welke zonde dan ook! Als ik dat niet geloofde, stopte ik onmiddellijk met prediking. Gods Woord is geen slap verhaal maar een krachtige boodschap. Alleen…zijn de instrumenten die het brengen krachtige kanalen? En…is het ons voldoende louter een kanaal te zijn, niet meer? Desnoods halen ze je door de modder, spreken kwaad, en proberen je door laster uit te schakelen. Geen nood! Dat overkwam de profeten en vooral Jezus veel eerder. De Joden zeggen: de tweede tempel is verwoest vanwege ‘haat zonder oorzaak’ (zie psalm 69) en laster.


Laten wij de komende tijd die ons nog rest, onszelf reinigen van alle ongerechtigheid, en ons volledig geven voor de zaak van het herstel van Israël. Als er één ding is, dat je van de Papua’s die deel uitmaken van de Sionkidsmovement kunt leren, is het wel dit: als wij bidden voor de vrede van Jeruzalem en Israël zegenen, lost Hij onze problemen op! Deborah uit Jayapura had een moeder die ernstig ziek was. Ze lag op de intensive care. En Deborah ging naar het ziekenhuis en bad voor de deur van de intensive care, uren lang. Niet voor haar moeder maar voor de vrede van Jeruzalem. En God genas haar moeder! Of het altijd zo gaat, weet ik niet. Ik weet wel dat het ‘staan voor Israël’ grote vreugde en troost geeft. ‘Mijn tong kleve aan mijn gehemelte, als ik uwer (Jeruzalem) niet gedenk, indien ik u niet stel boven mijn hoogste vreugde’(Ps. 137:6). Er is misschien geen groter vreugde dan een gelukkig huwelijk. Maar op de dag van het huwelijk, vertrapt een Joods bruidspaar het glas onder hun voeten, nadat zij samen de wijn gedronken hebben. Zelfs op de dag van de hoogste vreugde wordt Jeruzalem niet vergeten. Nooit kan ons geluk volkomen zijn, tenzij God Zijn beloften aan Jeruzalem en Israël vervult,… tot heil van alle volken!


Mag ik u dringend vragen, dit appèl serieus te nemen. Behandel het niet als een hamerstuk op een vergadering. Maar als een krachtig beroep dat de God van Israël op u doet door één van Zijn dienaren die u als gemeente graag met Zijn Woord dient! Ook middels deze brief. Mag ik van u horen? 
Mag ik u ook vragen, te bidden dat de komende tijd in Papua tot grotere zegen voor mij, mijn lieve vrouw Ada, onze kinderen en kleinkinderen, en voor ons hele land zal zijn? Hoewel ons land een eigen aanpak vraagt en God Zijn bijzondere weg met ons volk gaat, is Hij bij machte het vuur van hier naar daar te verspreiden!


Ik wil eindigen met u twee woorden van God door te geven:


‘Want, als gij in deze tijd blijft zwijgen, dan zal er voor de Joden wel van een andere zijde redding en uitkomst opdagen, maar gij en uws vaders huis zult omkomen, en wie weet, of gij niet juist met het oog op deze tijd de koninklijke waardigheid verkregen hebt’
(Esther 4:14, vert. NBG’51)
‘Want het is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het huis Gods……’ (1 Petrus 4:17)

Uw liefhebbende dienaar van het Woord van God,

J (an) den Admirant.

Zoeken